Ontslag op staande voet geven? Wie is eigenlijk de werkgever?
De kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam boog zich onlangs over de volgende kwestie. Een werknemer heeft een arbeidsovereenkomst getekend waarin staat vermeldt W.J. Flex B.V. als werkgever. De arbeidsovereenkomst is afgedrukt op papier van W.J. Maatwerk B.V. De heer X is directeur van beide vennootschappen. Op de door werknemer ontvangen loonstroken is de naam van W.J. Maatwerk vermeld.
Bij brief van 15 april 2016 heeft de heer X aan werknemer – onder meer – het volgende bericht:
“Geachte heer werknemer,
Met deze brief bevestig ik het telefoongesprek van 14-04-2016 waarin u is aangezegd dat uw dienstverband met onmiddellijke ingang is opgezegd. De reden van dit ontslag is met u besproken. Kort samengevat komt het er op neer dat u een aantal keren zonder opgaaf van reden niet op uw werk bent verschenen, hetgeen ik beschouw als werkweigering. (…) Gelet op de ernst van uw gedrag is er een ernstige en onherstelbare vertrouwensbreuk ontstaan en levert een dringende reden op in de zin van artikel 7:678 BW. (…)”
Deze brief is afgedrukt op briefpapier van M&D Detachering B.V. De heer X is directeur van deze vennootschap.
De kantonrechter weegt af. Volgens artikel 7:610 lid 1 BW is sprake van een arbeidsovereenkomst als de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
In dit geval is het salaris van werknemer steeds betaald door W.J. Maatwerk. Daarnaast bestaat er een gezagsverhouding tussen werknemer en W.J. Maatwerk, nu werknemer voor het verrichten van zijn werkzaamheden opdrachten heeft gekregen van de directeur X van W.J. Maatwerk. Daarnaast heeft werknemer tijdens de mondelinge behandeling onweersproken verklaard dat gedurende zijn dienstverband nooit melding is gemaakt van een andere vennootschap dan W.J. Maatwerk, ook niet in de correspondentie. Hoewel in de arbeidsovereenkomst van werknemer is vermeld dat W.J. Flex de werkgever is, moet W.J. Maatwerk gelet op voornoemde feitelijke omstandigheden worden gezien als de werkgever van werknemer.
De kantonrechter overweegt: Nu is vastgesteld dat W.J. Maatwerk de werkgever is, is het door M&D Detachering aan werknemer op 14 april 2016 gegeven ontslag op staande voet nietig. Tussen werknemer en M&D Detachering bestaat immers geen enkele rechtsverhouding, zodat het ontslag op staande voet wordt geacht nooit aan werknemer te zijn gegeven. Nu het op 14 april gegeven ontslag op staande voet nietig is en de arbeidsovereenkomst op 24 augustus 2016 is beëindigd, is W.J. Maatwerk gehouden het salaris tot 24 augustus 2016 aan werknemer te betalen. Gelet op de handelwijze van de directeur van W.J. Maatwerk jegens werknemer ten aanzien van het nietige ontslag op staande voet en de gestopte salarisbetaling, wordt voor matiging van de maximale wettelijke verhoging (50% van het salaris) geen aanleiding gezien.
Aanzeggingen met een rechtsgevolg? Neem voorafgaand eens contact op voor advies: maarten@mrmadvocatuur.nl
Vindplaats uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2016:6787