Betalingsonmacht, salaris en wettelijke verhoging…

Een werknemer vordert – achterstallig – salaris. Werkgever voert aan dat er sprake is van betalingsonmacht (lees: geen betalingsonwil).

De kantonrechter weegt af.
Betalingsonmacht aan de zijde van werkgever kan niet aan toewijzing van de vordering in de weg staan. Het onvermogen van werkgever, hoe betreurenswaardig ook, om de vordering thans te betalen ontslaat haar niet van haar verplichtingen, nu dat immers niet voor rekening van werknemer komt. Het gevorderde (achterstallige) loon zal dan ook worden toegewezen.

De gevorderde wettelijke verhoging over het salaris  zal eveneens – tot het gevraagde maximum van 50% – toegewezen worden. Tijdens de mondelinge behandeling beroept de bestuurder van werkgever zich op slechte bedrijfseconomische omstandigheden, maar laat na de financiële situatie te onderbouwen. Het beroep op matiging zal dan ook worden verworpen. Werkgever krijgt overigens veroordeling tot betaling van de proceskosten ter hoogte van bijna 930 euro.

Advies over een loonvordering / wettelijke verhoging of andere arbeidsrechtelijke kwestie? Neem eens contact op met MRM Advocatuur voor een vrijblijvende afspraak: maarten@mrmadvocatuur.nl

 

Vindplaats uitspraak: ECLI:NL:RBLIM:2016:8930

 

mrmadvocatuur-beeldmerken23

, ,